Wel of niet vasten tijdens je zwangerschap?

Lijnen of vasten als je zwanger bent kan gevaarlijk zijn voor je baby en voor jezelf. Vandaar dat zwangere vrouwen wordt afgeraden om te lijnen of te vasten. Zwangere vrouwen die toch graag willen vasten, bijvoorbeeld tijdens de Ramadan, adviseren we te overleggen met de verloskundige, huisarts of gynaecoloog. Vanuit de Islam ben je vrij om zelf te beslissen of je mee doet aan het vasten. Vaak wordt dan wel aangemoedigd om het vasten later in te halen of een tegenprestatie te leveren, zoals een maaltijd klaarmaken voor mensen in minder gunstige omstandigheden.

Voorkom uitdroging

Zeker als de Ramadan in de zomer valt, kan het extra zwaar zijn, omdat de dag lang en warm is. Dan is de kans op lichte uitdrogingsverschijnselen groter, omdat je lang niet drinkt. Uitdroging kan gevaarlijk zijn voor je baby en jezelf. Verschijnselen van uitdroging kunnen zijn: sufheid, weinig plassen, minder elasticiteit van de huid of flauwvallen. Van weinig eten kun je slap of lusteloos worden. Stop zodra je deze verschijnselen krijgt.

Gevolgen voor je baby

Als je zwanger bent (of borstvoeding geeft) tijdens de Ramadan, beslis je zelf of het goed voelt om te vasten. Je kunt het verloop van je zwangerschap tot nu toe meenemen in je beslissing. Er zijn verschillende onderzoeken die er op wijzen dat vasten tijdens je zwangerschap mogelijk gevolgen kan hebben voor je ongeboren kind. Desondanks kiezen veel vrouwen er toch voor om te vasten, omdat de Ramadan in zowel spiritueel als sociaal opzicht een belangrijke maand is. Twijfel je of je mee moet doen met vasten? Overleg dan met je verloskundige of arts voor eventuele medische bezwaren.

Negatieve gezondheidseffecten van vasten

Vasten kan ook op de lange termijn negatieve gezondheidseffecten op het kind hebben, dat in de baarmoeder zat terwijl de moeder vastte. Deze negatieve gezondheidseffecten zijn onder andere:

• Lager geboortegewicht
• Achterblijvende schoolresultaten
• Slechtere algemene gezondheid, wat toeneemt naarmate het kind ouder wordt
• Grotere kans op suikerziekte, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Mogelijke klachten tijdens het vasten

Iedereen die meedoet met vasten, kan last krijgen van de volgende klachten:

• Je kunt hoofdpijn krijgen, omdat je overdag geen voedsel of vocht tot je neemt. Dit gebeurt vooral tijdens de eerste dagen van het vasten.
• Je kunt misselijk worden
• Je kunt duizelig worden, licht in je hoofd worden of zelfs flauwvallen. Dit komt omdat je overdag niets drinkt, waardoor je bloeddruk daalt. Het suikergehalte in je bloed schommelt omdat je overdag niets eet en ’s avonds en ’s nachts juist wel.
• Vermoeidheid

Als je zwanger bent kun je extra snel last krijgen van deze klachten. Dit komt omdat je ook voedsel en energie nodig hebt voor je ongeboren kind. Deze klachten kunnen ook voorkomen als de gangbare zwangerschapskwaaltjes, die verergeren tijdens het vasten. Neem contact op met je verloskundige, huisarts of gynaecoloog als je deze klachten ervaart of je baby minder voelt bewegen dan normaal.

Tips als je toch wilt vasten tijdens je zwangerschap

Als je tijdens je zwangerschap toch wilt vasten, volg dan onderstaande adviezen op voor een zo gezond mogelijk verloop van de vastenperiode:

• Breng je verloskundige of gynaecoloog op de hoogte van het feit dat je wilt vasten, het liefst een maand van tevoren. Hierdoor kan hij of zij je alvast informeren en eventuele medische risico’s in kaart brengen.
• Let extra op tijdens de eerste 12 weken van je zwangerschap. Deze periode is heel belangrijk voor de ontwikkeling van je baby, omdat alle organen worden aangelegd. Neem voldoende rust en let goed op dat je voldoende voedingsstoffen en vocht binnenkrijgt op de momenten dat je wel mag eten.
• Ook voor de rest van je zwangerschap geldt: eet een volwaardige maaltijd op de momenten dat je mag eten. Eet voldoende en gevarieerd.
• Drink voldoende vocht per dag (minimaal 2 liter).
• Eet complexe koolhydraten zoals volkorenproducten, dadels, havermout en fruit.
• Probeer koolhydraten uit suikers en verzadigde vetten zoals koek, snoep en gefrituurde voeding zoveel mogelijk links te laten liggen.
• Beweeg voldoende, zoals wandelen of zwemmen.
• Zorg voor voldoende rust.
• Probeer werk en activiteiten overdag zoveel mogelijk af te stemmen op je energieniveau.