Doppler-meting bij kleine baby’s spoort problemen met de placenta op

Dit artikel is (nog) NIET gepubliceerd

Doppler-meting bij kleine baby’s spoort problemen met de placenta op ( Node: 42254 )

Ongeveer 10% van de ongeboren baby’s is kleiner dan dat normaal is voor de zwangerschapsduur. Dat hoeft niet meteen erg te zijn zolang de baby gezond is en de placenta goed werkt. Als de placenta niet goed werkt, moeten dokters ingrijpen. Soms laten ze de baby dan eerder geboren worden. Met de Doppler-echo kunnen ze nu nog beter in de gaten houden of een kleine baby gewoon klein is, of dat er iets mis is.

Groeiecho

Tijdens je zwangerschap worden er meerdere echo’s gemaakt waar de ontwikkeling en groei van je ongeboren baby mee in de gaten gehouden wordt. Als er op een moment blijkt dat jouw baby minder goed groeit dan verwacht, houden ze je kleine extra in de gaten. Als jouw baby kleiner lijkt dan hij zou moeten zijn tijdens de zwangerschapsduur krijg je een groeiecho. Bij een groeiecho meten ze het hoofd, de buikomvang en het bovenbeen van je baby. Met deze maten wordt een geschat gewicht berekend. Meestal krijg je meerdere groeiecho’s om zo de groei te volgen en op basis daarvan maakt je echoscopiste een groeigrafiek. Hierin zijn verschillende lijnen te zien:

  • De P95 lijn, de lijn die grotere baby’s met P95 precies volgen
  • De P50 lijn, de gemiddelde groeicurve van baby’s in Nederland
  • De P35 lijn, de lijn de kleinere baby’s met P35 precies volgen
  • De lijn die jouw baby volgt

Aan de vloeiende beweging omhoog kan je zien dat je baby op zijn eigen lijn goed groeit. Maar mocht er een mindere stijging of afbuiging te zien zijn, kan je zien dat de groei van je baby afgezwakt is. Dan is het nodig om te onderzoeken of hier een aanleiding voor is.

Wat zijn P-waardes zoals P35 of P50?

Bij het beoordelen van de groei van een ongeboren baby, worden vaak percentielen gebruikt om de positie van de baby ten opzichte van andere baby’s van dezelfde leeftijd en geslacht te bepalen. De P-waardes lopen van 1 tot 100 en staan allemaal voor een baby. In deze lijn is P1 de lichtste en kleinste baby en P100 de grootste en zwaarste baby.

Als jouw baby na de groeiecho op P35 blijkt te zitten, betekent dit dat het gewicht of de grootte van jouw baby hoger is dan 35% van de baby’s in de populatie van dezelfde leeftijd en geslacht, en lager dan 65% van de baby’s. Met andere woorden: jouw baby bevindt zich in de onderste 35% van de populatie wat betreft gewicht of grootte, wat kan duiden op een kleinere grootte in vergelijking met andere baby’s van dezelfde leeftijd en geslacht.

Kleiner dan P10

Komt er uit de meting dat jouw baby P10 of daaronder zit, kan dat betekenen dat er iets aan de hand is, maar dit hoeft niet. De baby kan gezond maar klein zijn, omdat de ouders bijvoorbeeld ook klein zijn. Toch is het goed om kleine baby’s extra in de gaten te houden. Er kan ook een andere reden zijn waarom de baby klein is. Denk aan:

  • een placenta die niet goed (meer) functioneert
  • een medische afwijking
  • ongezonde leefstijl van de moeder, zoals roken, alcohol- en drugsgebruik

Doppler-meting

Naast de groeiecho is het ook mogelijk om een Doppler-meting te doen. Doppler is een medische techniek die wordt gebruikt om de snelheid en richting van bloedstromen in het lichaam te meten. In dit geval vanaf de placenta. Deze echo meet de weerstand van het bloedvat in de navelstreng, wat iets zegt over de doorbloeding van de placenta. Ook kan de Doppler-meting de bloedtoevoer in de hersenen van de baby meten. Is die toevoer hoger dan gebruikelijk, dan kan dat een signaal zijn dat de placenta minder goed functioneert. De baby heeft dan het bloedvat in de hersenen extra ‘opengezet’ om de hersenen te beschermen tegen het tekort dat ontstaat door een slecht werkende placenta. Bij een placenta die minder goed functioneert, neemt het risico op gezondheidsproblemen, zoals zuurstofgebrek, bij het kind en uiteindelijk ook sterfte rondom de geboorte toe.

Baby eerder halen ‘omdat hij te klein is’

Soms kiezen verloskundigen of artsen ervoor om een baby ’te halen’. Als je bevalling wordt ingeleid, betekent het dat de weeën en geboorte op een kunstmatige manier in gang worden gezet. Hierdoor komen baby’s ter wereld die zelf nog niet geboren willen worden, maar dit doen ze om het risico op een stilgeboorte te voorkomen. Regelmatig blijken de geboren baby’s toch gewoon gezond te zijn en hadden ze beter nog kunnen blijven zitten. Buiten de baarmoeder heeft een baby namelijk meer gezondheidsrisico’s.

Vrouwen die de Doppler-meting graag hadden gedaan

Marly: “Toen ik hoorde dat mijn bevalling met 37 weken werd ingeleid vanwege de grootte van mijn baby, voelde ik me bezorgd en overweldigd. Ik had gewild dat er tijdens mijn zwangerschap een Dopplerecho was gedaan om mogelijke problemen eerder te kunnen uitsluiten. Achteraf bleek mijn zoon inderdaad klein te zijn, maar gelukkig gezond. Hij was slechts 49 cm, maar zijn gezondheid en welzijn zijn het allerbelangrijkste voor mij. Toch kan ik niet ontkennen dat ik me afvraag of een dopplerecho zou hebben geholpen om deze stressvolle situatie te voorkomen. "

Nadia: “Mijn tweede zwangerschap verliep een stuk minder zorgeloos dan mijn eerste. Waar ik mijn dochter altijd druk voelde bewegen en ze mooi op haar eigen groeilijn groeide, was mijn zoontje een stuk rustiger in mijn buik. Hij zou erg klein zijn en kreeg P3 als waarde, waar ik natuurlijk in eerste instantie wel van schrok. Hoe klein moet hij wel niet zijn …?! Vanaf week 28 ongeveer kreeg ik metingen of alles in orde was, zijn hartslag werd wekelijks een uur lang gemonitord, mijn bloeddruk gecheckt en ook mijn urine werd getest. Elke keer was alles goed, maar omdat hij zo klein was moest ik de week erop wel weer terugkomen. Bij week 37 waren de verloskundige en artsen het eens dat we hem maar beter konden halen. Ik stond hier niet achter en wilde een natuurlijke thuisbevalling. Ik mocht het nog aankijken. Maar in week 39 belde het ziekenhuis mij op dat ze mijn situatie besproken hadden en ze toch aandrongen om hem te laten halen omdat er anders risico zou zijn dat hij de bevalling niet zou overleven, hij was te zwak door een slecht werkende placenta. Dit was een aanname, mijn placenta bleek achteraf gewoon goed te zijn.

Mijn gevoel zei dat alles goed was met mijn baby en ik vertrouw vaak op mijn gevoel. Er kwam ook een ander stemmetje dat zei dat het toch medische professionals zijn en zij het wel zullen weten. Ik kon het nog een weekje rekken en ben uiteindelijk met 40 weken ingeleid. En daar was hij dan: iets meer dan 3 kilo, 49 cm en helemaal gezond. Misschien had deze doppler-meting kunnen aantonen dat mijn placenta goed werkte, dan had ik de laatste weken van mijn zwangerschap rustiger doorgebracht en had hij gekomen wanneer hij dat zelf wilde.”

Toegevoegde waarde van deze extra echo optie

De mogelijkheden van de Doppler-meting waren al eerder bekend, maar de echo wordt nog niet standaard in alle ziekenhuizen verricht. Uit dit onderzoek blijkt nu dat deze meting zeker toegevoegde waarde heeft voor het opsporen van zwangerschappen bij te kleine baby’s met een slecht werkende placenta.

“Door de Doppler-meting toe te voegen aan de zorg voor deze te kleine baby’s kan het hogere risico op problemen rondom de bevalling beter worden opgespoord en bewaakt. Ook kunnen kleine baby’s waarbij de meting normaal is, wat minder intensief gevolgd worden. Er is dan ook meer kans dat de bevalling natuurlijk, zonder ingrijpen, verloopt” - Wessel Ganzevoort, gynaecoloog bij Amsterdam UMC en onderzoeksleider.

Bron: AmsterdamUMC

Beeld: iStock.com/bernardbodo