Trombose en zwangerschap: hoe zit dat? ( Node: 41968 )
Vrouwen lopen een groter risico op trombose tijdens de zwangerschap en tot drie maanden na de bevalling. Zwangere vrouwen hebben vijf keer meer kans op trombose dan vrouwen die niet zwanger zijn. Laat trombose je plezier in deze spannende tijd niet bederven! Lees meer over zwangerschapsgerelateerde trombose, tips om jezelf en je baby te beschermen en een veilige en gezonde zwangerschap te hebben.
Samen met Trombosestichting
Wat is trombose?
Bij trombose raakt door een bloedprop een ader verstopt, ook bekend als diep-veneuze trombose of DVT. Dit is een medische aandoening die meestal voorkomt in het onderbeen, de dij, het bekken of de arm. Als een DVT niet wordt behandeld, kan dit een longembolie, hartinfarct of herseninfarct veroorzaken.
Waarom meer risico tijdens zwangerschap en kraamtijd?
Bij de bevalling zal het volume van de baarmoeder plots afnemen en kunnen stolsels loskomen uit de bloedvaten van het bekken en de benen en zo een longembolie veroorzaken. Dit maakt dat het kraambed het hoogste trombose-risico van de zwangerschap heeft.
Zwangere vrouwen kunnen later in de zwangerschap ook minder bloed naar de benen laten stromen, omdat de bloedvaten rond het bekken door de groeiende baby onder druk komen te staan. Bovendien kan beperkte of gebrekkige beweging (immobiliteit) als gevolg van bedrust na de bevalling de doorbloeding in de benen en armen beperken. Daarnaast stolt tijdens de zwangerschap het bloed van een vrouw gemakkelijker om het bloedverlies tijdens de bevalling te beperken. Dit kan allemaal een reden zijn waarom vrouwen meer kans hebben op een trombose tijdens de zwangerschap.
Wanneer meer risico op trombose?
Zwangerschap is één factor waardoor vrouwen een hoger risico lopen op het ontwikkelen van trombose. Vrouwen die al eens een trombose of longembolie hebben gehad, lopen tijdens een zwangerschap en in de kraamperiode 6 tot 10% kans op een nieuwe bloedprop in een ader of de longen. Daarom gebruiken zij preventief medicijnen in deze periode; bestaande uit een dagelijkse injectie met het antistollingsmiddel heparine. Er zijn ook andere factoren die je risico op trombose verhogen, waaronder:
- Erfelijke aanleg
- Langdurige bedrust tijdens de zwangerschap en kraamtijd
- Roken
- Overgewicht: BMI > 30 kg/m2
- Meerlingzwangerschap
- Keizersnede
- Complicaties van zwangerschap en bevalling;
- Bepaalde langdurige medische aandoeningen, zoals hart- of longaandoeningen of diabetes.
Trombose door langer reizen
Lange afstanden (langer dan 4 uur) reizen zoals vliegen tijdens je zwangerschap brengt een klein risico op bloedstolsels (diepe veneuze trombose, DVT) met zich mee. Als je reist, drink dan veel water en beweeg regelmatig - ongeveer om de 30 minuten. Je kunt bij de apotheek een paar compressie - of steunkousen kopen die de zwelling van je benen helpen verminderen.
Je kunt bijvoorbeeld de volgende oefeningen doen:
- Strek je benen recht uit en beweeg je enkels om je tenen naar je toe te trekken en ze vervolgens van je af te duwen.
- Trek elke knie omhoog naar de borst en houd hem daar 15 seconden met uw handen op uw onderbeen. Herhaal dit maximaal 10 keer.
Behandeling trombose tijdens zwangerschap
Antistollingsmiddelen zorgen ervoor dat je minder kans hebt op het krijgen van ongewenste bloedstolsels in je bloedvaten. Ze worden ook wel bloedverdunners genoemd. Dit wordt alleen gegeven aan zwangere vrouwen met een verhoogde gevoeligheid voor stolling. Als je dit gebruikt, wordt meestal gekozen voor een behandeling met heparines. Deze medicijnen verdunnen het bloed om het risico op verdere trombose en het risico op longembolie te verminderen. Deze middelen passeren de placenta niet en het is aangetoond dat het veilig is tijdens de zwangerschap. Je kunt heparines ook gebruiken wanneer je borstvoeding geeft
May-Thurner Syndroom
Vrouwen met het May-Thurner syndroom hebben een verhoogde kans op veneuze trombose tijdens de zwangerschap, omdat de dikke buik de aders aan de linkerkant tegen de wervelkolom drukt en bijdraagt aan de vernauwing in de linker bekkenader.
Bij het May-Thurner syndroom ligt (meestal) de linker bekkenader ingeklemd tussen de rechter bekkenslagader en de wervelkolom. Dat veroorzaakt vochtophoping in het linkerbeen en leidt tot heftige pijn en een gespannen gevoel. Er is verder nog weinig bekend over het May-Thurner syndroom en dat komt, omdat het een zeldzame aandoening is. De aandoening komt met name voor bij vrouwen tussen de 30 en de 50 jaar.
Symptomen trombose
De symptomen van trombose zijn afhankelijk van waar de trombose zich in je lichaam bevindt. Trombose in de aders en been komt het meeste voor. De symptomen van de trombose in je been zijn:
- Een vrij snel optredende zwelling van één been
- Een zwaar gevoel of pijn in het been
- Een rode of juist blauwachtige verkleuring van het been
- Een lichte temperatuursverhoging
- Een strakgespannen huid van het been (rood en glanzend met gestuwde oppervlakkige aderen)
Wanneer arts waarschuwen?
Als je een van deze tekenen of symptomen ervaart, waarschuw dan zo snel mogelijk je huisarts of verloskundige. Bekijk voor meer symptomen op andere plekken van je lichaam de website van de trombosestichting.nl.
Lees hier het persoonlijke verhaal van Desiree die na de zwangerschap trombose kreeg.