Thuisbevalling: wat heb je nodig om thuis te bevallen?

Thuisbevalling: wat heb je nodig om thuis te bevallen? ( Node: 1711 )

Een thuisbevalling: sommige aankomende moeders dromen ervan, anderen willen liever in het ziekenhuis bevallen. Als je een normale zwangerschap hebt gehad, je baby goed groeit en jullie allebei gezond zijn, dan mag je thuis bevallen. Een thuisbevalling is meestal onder begeleiding van een verloskundige.

Voorwaarden voor thuisbevalling

Vanaf 37 weken zwangerschap mag je thuis bevallen, mits het ziekenhuis binnen een half uur bereikbaar is. Voor 37 weken zwangerschap beval je onder begeleiding van een gynaecoloog in het ziekenhuis. Ook als je 41 of 42 weken zwanger bent, kom je doorgaans onder controle van de gynaecoloog of word je ingeleid. De verloskundige houdt je tot die tijd goed in de gaten. Een thuisbevalling is in de Westerse wereld uniek. Alleen in Nederland bestaat een goed systeem om veilig thuis te bevallen in een vertrouwde omgeving. Best bijzonder dus!

Wil je thuis bevallen, dan krijg je van je verloskundige informatie over de inrichting van je (slaap- of woon)kamer. De grootte van het vertrek is niet van belang, maar je kraamkamer behoort wel aan een aantal voorwaarden te voldoen:

  • Je moet - indien nodig - snel vervoerd kunnen worden naar het ziekenhuis. Zorg dat je niet meer dan twee trappen of een zeer steile trap af moet, beval in dat geval op de begane grond. Is je huis slecht toegankelijk? Overweeg dan een bevalling in een geboortecentrum.
  • Je kunt niet bevallen in een waterbed. Regel in dat geval een extra (eenpersoons)bed. Deze kun je eventueel huren via een thuiszorgorganisatie.
  • Zet je bed op klossen, verkrijgbaar via de thuiszorgorganisatie in jouw gemeente. Een werkhoogte van minimaal 80 centimeter is van belang om rugklachten bij verloskundige en kraamverzorgende te voorkomen.
  • Spreek met de verloskundige af of je op een baarkruk wilt bevallen, dan neemt zij deze mee.

Voordelen thuisbevalling

Veel vrouwen voelen zich veilig in hun eigen omgeving. Je kunt zelf bepalen hoe en waar je bevalt: in je slaapkamer of de woonkamer, met muziek aan of met kaarsjes en je moeder of een vriendin erbij. Als je kind is geboren, dan kan je gewoon lekker thuisblijven en in alle rust kennismaken met je kleine. Ongeveer 23% van alle zwangere vrouwen in Nederland bevalt thuis.

Lees ook: Is jouw huis bevallingsproof?

Voorbereiding thuisbevalling

Een thuisbevalling vergt wel wat voorbereiding. Onderstaande heb je in ieder geval nodig als je thuis bevalt:

  • Leg warmwaterkruiken klaar
  • Je met zorg uitgekozen eerste setje babykleertjes met een luiertje
  • Leg een stapeltje schone hydrofielen in verschillende maten neer
  • Zorg dat het kraampakket klaar staat.
  • Leg voor jezelf een T-shirt of nachthemd klaar, het is handig als je deze open kunt knopen.
  • Zet twee emmers met vuilniszak en een ondersteek bij het kraambed.
  • Maak je bed op met lakens die weg mogen na je bevalling.
  • Leg handdoeken, schoon beddengoed en extra kussens klaar.
  • Denk aan een opgeladen camera met voldoende geheugen.
  • Zorg voor een aangename temperatuur in de (slaap- of woon)kamer en de babykamer en sluit alle ramen.
  • Heb je voldoende licht? De verloskundige en de kraamverzorgende moeten kunnen zien wat ze doen.
  • Zorg dat de verloskundige je huis goed kan vinden en check de deurbel.
  • Zorg dat je een vluchtkoffer klaar hebt staan, voor het geval je onverhoopt toch naar het ziekenhuis moet.

Wanneer bel je de verloskundige bij een thuisbevalling

  • Als één of meerdere signalen zich aandienen.
  • Bij je eerste: als de weeën gedurende een uur om de 3 à 4 minuten komen en ongeveer een minuut aanhouden.
  • Bij een volgend kind: als je om de 3 à 4 minuten regelmatige weeën hebt.
  • Als het opeens heel snel gaat.
  • Als je vliezen breken en de kleur van het vruchtwater groen, gelig of bruin van kleur is
  • Bij bloedverlies.
  • Bij twijfel bel je ook altijd, liever een keer teveel dan te weinig.

Als je verloskundige is gearriveerd controleert ze hoever je bevalling is gevorderd. Ze bepaalt aan de hand daarvan of ze later terugkomt (of wanneer je weer belt) of dat ze blijft. Zij begeleidt je tot en met de geboorte van je kleine. De verloskundige belt ook de kraamverzorgende die komt assisteren. Zij komt meestal voordat je baby zich aandient en zet alle spullen klaar voor de verloskundige. Na de bevalling blijft zij nog minstens twee uur om je kleine aan te kleden, te assisteren bij het douchen of om je op bed te wassen. Ze verschoont je bed en ruimt de spullen op. Ook controleert ze je hartslag, de temperatuur en de stand van je baarmoeder. Wil je borstvoeding geven, dan begeleidt ze je hierin. Als je flesvoeding geeft, krijg je informatie en helpt ze het je klaar te maken. De kraamverzorgende schrijft alle informatie in het kraamdossier, zodat jij al je aandacht op je pasgeboren baby kunt vestigen.

Toch naar het ziekenhuis

Je verloskundige houdt jouw conditie en die van je (ongeboren) baby goed in de gaten. In sommige gevallen is het toch nodig om naar het ziekenhuis te gaan:

  • Als je baby in het vruchtwater heeft gepoept, dit zie je aan de kleur van het vruchtwater.
  • Als de hartslag van je baby onregelmatig is, doordat bijvoorbeeld de navelstreng om het nekje zit.
  • Als je vliezen meer dan 24 uur geleden zijn gebroken in verband met infectiegevaar.
  • Als je bevalling niet goed doorzet en besloten wordt om jou en je baby een handje te helpen.
  • Als jouw conditie is niet goed is na de bevalling, bijvoorbeeld door bloedverlies of omdat de placenta niet loslaat.
Beeld: iStock.com